Rasp de Parmezaanse kaas en zet apart.

Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan op middelhoog vuur tot ze rondom goudbruin zijn.

Verdeel de broccoli in kleine roosjes.

Schil de stronk en snijd in dunne plakjes.

Breng water met zout aan de kook in een ruime pan.

Doe eerst de plakjes van de broccolistronk in de pan en kook 2 minuten.

Voeg de roosjes toe en kook nog 3 minuten tot ze beetgaar zijn.

Giet af en spoel direct om met ijskoud water zodat de broccoli niet verder gaart en wel felgroen blijft.

Breng opnieuw water met zout in een ruime pan aan de kook en kook hierin de pasta volgens de instructies op de verpakking.

Maak ondertussen de broccolipesto.

Houd een paar roosjes broccoli per persoon achter om straks bij de pasta te kunnen serveren.

Plaats de rest in een keukenmachine met de Parmezaanse kaas, 25 gram basilicumblaadjes, knoflook, pijnboompitten, sap van de halve citroen en de olijfolie.

Maal tot een gladde puree, die de consistentie heeft van een iets drogere pesto.

Voeg meer olijfolie toe als de pesto niet smeuïg genoeg is.

Breng op smaak met zout en peper.

Giet de pasta af en vang enkele lepels van het kookvocht op.

Doe de pasta terug in de pan en meng er snel de broccolipesto, broccoliroosjes en het kookvocht door tot de pasta aan alle kanten bedekt is met de broccolipesto.