Zeef de bloem boven je aanrecht. Maak een kuiltje in het midden.
Brokkel de gist boven het bloem en voeg 1 eetlepel olijfolie, het gewone zout en de 130 ml water toe.
Kneed het goed door tot een soepel deeg. Voeg iets meer water toe als het deeg te droog blijft of voeg iets meer bloem toe als het deeg te nat blijft.
Maak een bal van het deeg en laat 20 minuten op een warme plek rijzen. Dek af met een vochtige theedoek.
Halveer de olijven en kneed deze daarna door het deeg.
Rol het deeg uit tot een grote rechthoekige focaccia vorm en leg op een met bakpapier beklede bakplaat. Laat het deeg hierop nogmaals 20 minuten rijzen op een warme plek.
Verwarm de oven ondertussen voor op 220 graden.
Hak de rozemarijn en tijm grof. Snijd de knoflook fijn en met de kruiden.
Meng de overige 30 ml water en de overgebleven eetlepel olijfolie door elkaar en vet het gerezen deeg hiermee in.
Druk kuiltjes in het deeg en besprenkel met de kruiden en de knoflook.
Bak de focaccia mooi bruin in de oven in 20 - 30 minuten.
Laat de focaccia met kruiden een beetje afkoelen op het rooster en serveer vers uit de oven.